Betekenis van Tusita Hemel
Tusita Hemel is een belangrijke hemelwereld binnen het boeddhisme, waar geluk en blijdschap heersen. In de context van reïncarnatie is het een plek waar bodhisattva's, zoals Metteyya, verblijven voordat ze besluiten opnieuw als mens te reïncarneren. Zowel in de Mahayana- als de Theravada-tradities wordt Tusita Hemel gezien als een hemelse rijk waar verlichte wezens wonen. Deze betekenisvolle plek is ook verbonden met het leven van de Boeddha, die daar verbleef voor zijn aardse geboorte.
In het Engels: Tusita Heaven
Let op: Onderstaande voorbeelden zijn enkel indicatief en weerspiegelen geen directe vertaling of citaat. Het is uw eigen verantwoordelijkheid om de feiten te controleren op waarheid.
Het Boeddhistische concept van 'Tusita Hemel'
Tusita Hemel is een hemels rijk waar wezens geluk en vreugde ervaren, wat belangrijk is in het kader van reïncarnatie [1]. In de Mahayana leert men over de Bodhisattva en verkenning van de verschillende sutra's, waaronder die over de verblijfplaatsen van Boeddha. In de Theravada traditie vormt de Pali canon de basis, met onder andere de plaats waar de Bodhisatta Metteyya verblijft [2]. De Tusita Hemel is ook de plek waar de Bodisat zich bevindt voordat hij ervoor kiest om als mens weergeboren te worden [3].
Het begrip van Tusita Hemel in lokale en regionale bronnen
Zuid-Azië omvat landen zoals India en Sri Lanka met rijke geschiedenis. Een magisch rijk waar de bekwame houtsnijder Maitreya Bodhisattva observeert [4].
Bronnen en referenties om verder te lezen
Bovenstaande opsomming is gebaseerd op een aantal (Engelstalige) artikelen in het Boeddhisme, Hindoeïsme, Jainisme, Geschiedenis en andere spirituele tradities. De gebruikte bronnen en meer informatie over waar “Tusita Hemel” symbool voor staat kun je hieronder vinden ter referentie:
-) Apadana commentary (Atthakatha) door U Lu Pe Win: ^(1)
-) Mahavamsa door Wilhelm Geiger: ^(2)
-) Milindapanha (questions of King Milinda) door T. W. Rhys Davids: ^(3)
-) The travels of Fa-Hian (400 A.D.) door Samuel Beal: ^(4)