Betekenis van Dier
In het Engels: Animal
Alternatieve spelling: Dieren, Het dier
Let op: Onderstaande voorbeelden zijn enkel indicatief en weerspiegelen geen directe vertaling of citaat. Het is uw eigen verantwoordelijkheid om de feiten te controleren op waarheid.
Het Boeddhistische concept van 'Dier'
In het boeddhisme behoren dieren, net als mensen, tot de zes bestaansgebieden en ervaren ze lijden binnen de cyclus van wedergeboorte [1]. In het Mahayana boeddhisme worden dieren vergeleken met de hoeveelheid gistdeeltjes in een biervat [2]. Ze behoren tot de tiryagyoni, een slechte bestemming die spirituele groei belemmert [3].
Dieren zijn ook een categorie van wezens die via emotionele verbindingen worden verwekt [4]. In het Theravada verwijst het naar wezens in een lagere staat van bestaan [5]. Ze worden vaak gezien als een lagere vorm van bestaan of evolutie [6]. Het dier kan ook een individu aanduiden dat geen herstel bereikt [7]. In het Theravada kan het ook een staat van verlaging of verlies van monastieke kwaliteiten betekenen [8]. In het Tibetaans boeddhisme kan het dier verwijzen naar de besproken substantie, zoals een koe, die het onderwerp is van denotatie-analyse [9].
Het Hindoeïstische concept van 'Dier'
In het hindoeïsme werden dieren, na de goden's acties, gezekerd en werden uiteindelijk offervoedsel [10]. Het dier wordt beschreven als adem, essentieel voor het leven [11]. Dieren worden ook geassocieerd met Agni, in offer contexten [12]. In Vaishnavism is het een algemene term voor dieren in het koninkrijk [13], met verwijzing naar aardse wezens [14].
Binnen Jyotisha worden dieren die bejaagd worden besproken [15]. In Vyakarana, is het dier het offerobject [16]. Het dier wordt ook samen met eigenschappen en in het enkelvoud begrepen [17].
In Vedanta, worden dieren gebruikt in de vijfdelige Sama-aanbidding [18]. Dharmashastra benoemt dieren zoals koeien, kamelen en ossen voor specifieke doeleinden [19]. Zowel wilde als gedomesticeerde dieren worden hier genoemd [20]. Het kan een metafoor zijn voor iemand die immoreel handelt [21]. Het kan ook een referentie in het verhaal zijn [22]. Ten slotte kunnen dieren geheimen onthullen [23].
Het Jainistische concept van 'Dier'
Jainistische visie op dieren: wezens met helderziendheid door vernietiging en onderdrukking [24]. Deze dieren vertonen ook helderziendheid, maar met minder bewustzijn dan mensen [25].
Het begrip van Dier in lokale en regionale bronnen
In Zuid-Azië, de koning is verantwoordelijk voor wilde dieren, waaronder gevogelte en andere dieren [26]. In de Indiase geschiedenis wordt de hebzucht, afgunst, angst en ambitie als dierlijke instincten beschreven [27].
Het dier wordt ook gezien als tevreden met het heden, in tegenstelling tot de mens die het onbekende wil onderzoeken, en dus een ander dier is [28]. Het is tevens het aspect van een persoon dat inferieur is aan de goddelijke natuur, verwijzend naar basisinstincten [29]. De verwijzing naar het denkende dier benadrukt het belang van denken en intellect [30].
Het begrip van Dier in wetenschappelijke bronnen
Wetenschappelijk onderzoek naar dieren omvat onder andere het gebruik van Wister Albino ratten om de effecten van P. phaseoloides op maagzweren te bestuderen .
Daarnaast worden dieren gebruikt om de effecten van microplastics te onderzoeken. Studies focussen vaak op dieren in plaats van mensen [31].
Bronnen en referenties om verder te lezen
Bovenstaande opsomming is gebaseerd op een aantal (Engelstalige) artikelen in het Boeddhisme, Hindoeïsme, Jainisme, Geschiedenis en andere spirituele tradities. De gebruikte bronnen en meer informatie over waar “Dier” symbool voor staat kun je hieronder vinden ter referentie:
-) The Great Chariot door Longchenpa: ^(1)
-) Bodhisattvacharyavatara door Andreas Kretschmar: ^(2)
-) Maha Prajnaparamita Sastra door Gelongma Karma Migme Chödrön: ^(3), ^(6)
-) Shurangama Sutra (with commentary) (English) door Hsuan Hua: ^(4)
-) Jataka tales [English], Volume 1-6 door Robert Chalmers: ^(5)
-) Vinaya Pitaka (3): Khandhaka door I. B. Horner: ^(7)
-) Vinaya (2): The Mahavagga door T. W. Rhys Davids: ^(8)
-) Tattvasangraha [with commentary] door Ganganatha Jha: ^(9)
-) Satapatha-brahmana door Julius Eggeling: ^(10), ^(11), ^(12)
-) Chaitanya Bhagavata door Bhumipati Dāsa: ^(13)
-) Garga Samhita (English) door Danavir Goswami: ^(14)
-) Hayanaratna: The Jewel of Annual Astrology door Martin Gansten: ^(15)
-) Vakyapadiya of Bhartrihari door K. A. Subramania Iyer: ^(16), ^(17)
-) Chandogya Upanishad (english Translation) door Swami Lokeswarananda: ^(18)
-) Manusmriti with the Commentary of Medhatithi door Ganganatha Jha: ^(19), ^(20), ^(21), ^(22), ^(23)
-) Tattvartha Sutra (with commentary) door Vijay K. Jain: ^(24), ^(25)
-) Village Folk-tales of Ceylon (Sri Lanka), vol. 1-3 door Henry Parker: ^(26)
-) Triveni Journal: ^(27)
-) The Complete Works of Swami Vivekananda door Srila Narayana Maharaja: ^(28), ^(29), ^(30)